Je sluit een reisverzekering af. Maar wat kun je claimen? En kun je wel clamimen?
Reisverzekering
Het gebeurt vaak tijdens een vlaag van onbedachtzaamheid. Dat is het moment dat het dievengilde of het noodlot toeslaat. Zelf denk je alles onder controle te hebben, maar je reisgenoten leiden je af. Jouw metgezel is de ideale partner in crime voor die zakkenroller die op het punt staat toe te slaan. Eigenlijk zou hij de buit moeten delen, maar dat doet hij natuurlijk niet, de boef.
“Lopen we wel goed?”
“We hebben het verkeerde perron.”
“Daar is de balie voor de autoverhuur toch?”
“Ik moet eerst naar de WC. Heb jij een WC gezien?”
“Pas jij even op de koffers?”
“Pap ik ben misselijk.”
Dan grijpt hij z’n kans. Het is op z’n vroegst na een paar minuten dat je je camera mist. Meer dan genoeg tijd om op te gaan in de massa.

Camera
Zo gebeurde het mij een aantal jaren geleden ook. Eigen schuld, dus voelde ik me eigenlijk best bezwaard toen ik de camera claimde bij de reisverzekering. Tenslotte was ik degene die niet goed had opgelet. Niet die duizenden andere verzekerden die nu keurig voor mij hun premie hadden voldaan. Het ligt me niet zo, dat vragen. Ik vind het maar moeilijk. Maar ik deed het wel. Toen.
Aan mij heeft de verzekeringsmaatschappij een goede. Ik ben bijna geneigd eerst uit te rekenen hoeveel premie ik al die jaren heb afgedragen om te kijken of ik een claim financieel kan rechtvaardigen.
Vorig jaar nog. We hadden onze huurauto opgepikt bij het vliegveld. Eerst maar eens de garage van de verhuurder uit op zoek naar een betere plek om het navigatie systeem in te stellen. Mijn vrouw had het adres van het appartement opgeslagen in haar nieuwe iPad. Terwijl ze zocht naar het apparaat en daarna naar de gegevens, maakte ze zich zorgen over onze dochter die zelfs náást een auto al wagenziek wordt. Verfrissende tissues kregen de prioriteit. Het adres ingeven in de Garmin moest maar wachten. Dat we volgens mij foutgeparkeerd stonden, maakte geen verschil. Mijn vrouw dook in de berg koffers op de achterbank en schoof haar iPad achteloos terzijde. Die kwam met een klap tussen de voorstoelen.
Geen krasje te bekennen. Zelfs niet na een zorgvuldige inspectie die haar schuldgevoel op z’n minst had moeten doen ontluiken. Ik gaf haar de tablet terug en zij deelde de tissues uit.

iPad
Zonder enig probleem kwamen we op onze bestemming. En wat voor een bestemming. De teleurstelling droop ervan af, samen met het vet uit de afzuigkap. Die was daarmee nog net iets kleveriger dan de deurknoppen. Het rook er muf, zoals slechts een toilet kan ruiken, alleen was dit de slaapkamer. Misschien viel het mee nadat we ramen en deuren tegen elkaar open hadden gezet en mijn vrouw met diezelfde tissues de kleverigste plekken had weggepoetst. Ondertussen zou ik de bagage alvast uitladen.
Ik trok het rechter achterportier open en het eerste wat me voor de voeten viel was de iPad. Deze had zich tijdens de rit verplaatst van óp naar náást de koffers.Bij het openen van de deur viel hij met een klap op de stenen. Ik was een stuk minder fortuinlijk dan mijn vrouw een uur geleden. De aluminium behuizing was beschadigd en een klein hoekje van het glas. Niet onoverkomelijk maar toch; het mooie was eraf.
Ieder weldenkend mens zou de schouders ophalen en het apparaat claimen bij de reisverzekering. Maar niet deze sufferd. Ik ga mezelf vragen stellen. Wiens schuld is het nou eigenlijk? Had dit ook niet gewoon thuis kunnen gebeuren? En had je het dan ook op de verzekering kunnen verhalen? Nee hè? Nou dan.

Dien een claim voor de reisverzekering altijd binnen een week na thuiskomst in. Zorg in geval van diefstal zo mogelijk voor een proces-verbaal dat is opgemaakt door de politie ter plaatse.
Wat een herkenbaar verhaal!